Cataract is het troebel worden van de ooglens (het kristallijn), een normaal heldere en krachtige lens binnenin het oog. In Frankrijk ondergaan jaarlijks zo’n 570.000 mensen een cataractoperatie. Chirurgie is momenteel de enige effectieve behandeling om het zicht te verbeteren wanneer cataract zich heeft ontwikkeld.
Er bestaan geen alternatieve behandelingen: noch oogdruppels, noch laser kunnen een bestaande cataract genezen. In vergevorderde gevallen kan cataract zelfs leiden tot blindheid.
Wereldwijd is cataract de belangrijkste oorzaak van blindheid, vooral in ontwikkelingslanden waar toegang tot chirurgie ontbreekt. Tientallen miljoenen mensen wachten op een ingreep, maar door een tekort aan middelen en medisch personeel verliezen velen uiteindelijk definitief hun zicht. Daarom worden er regelmatig humanitaire missies georganiseerd, met name in Afrika.
Een operatie wordt overwogen wanneer de troebeling van de lens het dagelijks leven begint te belemmeren. De achteruitgang van het zicht verloopt meestal geleidelijk, vaak beginnend met wazig zicht in de verte, soms paradoxaal gevolgd door een tijdelijke verbetering van het nabijzicht zonder bril.
De mate van hinder verschilt van persoon tot persoon. De beslissing tot opereren wordt daarom altijd genomen in overleg tussen de oogarts en de patiënt. Zonder ingreep wordt de cataract geleidelijk dichter, verslechtert het zicht verder en kan het op termijn zelfs het onderzoek van het netvlies bemoeilijken.
De operatie zelf is tegenwoordig zeer veilig, met een succespercentage van meer dan 99,5%.
De ingreep:
De cataractoperatie gebeurt meestal onder lokale verdoving, door het toedienen van krachtige verdovende oogdruppels.
Zodra het oog verdoofd is, wordt een micro-incisie van ongeveer 2,2 mm gemaakt aan de rand van het hoornvlies. Via deze opening wordt met behulp van een ultrasone sonde de ooglens vergruisd zonder de achterste lenskapsel te beschadigen — dit heet faco-emulsificatie. Het lensmateriaal wordt vervolgens verwijderd en vervangen door een soepele kunstlens (implantaat). Deze wordt opgevouwen ingebracht en ontvouwt zich op de plaats van de oorspronkelijke lens. Er bestaan verschillende soorten implantlenzen, afhankelijk van de behoeften van de patiënt.
Tegenwoordig kan ook de femtoseconde laser gebruikt worden tijdens de ingreep. Deze laser maakt uiterst nauwkeurige incisies, snijdt het kapsel open en fragmenteert de lens, waardoor minder ultrasone energie nodig is. Het gebruik van deze laser verhoogt de precisie van de ingreep, al wordt het belang ervan nog verder onderzocht.
Cataract secundair
Bij ongeveer 1 op de 3 patiënten ontstaat na de operatie een zogenaamde secundaire cataract, waarbij de achtergebleven achterste lenskapsel troebel wordt. Dit gebeurt bewust om het implantaat goed op zijn plaats te houden, maar kan later aanleiding geven tot een verminderd zicht of een waasgevoel.
Deze secundaire cataract wordt eenvoudig behandeld met een YAG-laser, tijdens een consultatie. Na het toedienen van pupilverwijdende druppels wordt de troebele kapsel in enkele seconden opengebrand. De behandeling is snel, pijnloos en zeer veilig.